“It is clear that a prophylaxis of neuroses is out of the question unless it is prepared theoretically; in short, that the study of the dynamic and economic conditions of human structures is its most important prerequisite. “
–Wilhelm Reich
Ieder hulpverlener/therapeut komt cliënten tegen voor wie het buitengewoon moeilijk is om hun problemen en gevoelens onder woorden te brengen. Zij kunnen als het ware geen afstand nemen van zichzelf; niet naar zichzelf kijken. Het lijkt er dan op alsof zij met hun problemen vergroeid zijn, alsof de klachten, de problemen een deel van hun persoonlijkheid zijn geworden.
Wilhelm Reich – het psychoanalytisch genie van de karakteranalyse
Als jong clinicus in de jaren 1920 was ook de Hongaars-Oostenrijks psychiater Wilhelm Reich, leerling van Sigmund Freud, hiermee geconfronteerd. Freud had aangetoond hoe onbewuste gedrags- en gedachtepatronen voortkomen uit ervaringen uit ons verleden, in het bijzonder onze vroegste jeugd. Freud ontwikkelde de techniek van de “vrije associatie” die bedoeld was om deze ervaringen helder te krijgen.
Gegeven de aangetoonde validiteit van vele van zijn elementen, bleek de psychoanalyse evenwel bij nogal wat mensen niet zo goed te werken als men aanvankelijk dacht. De manier waarop sommigen hun problemen voorstelden bleek samen te gaan met bepaalde patronen om interpretaties te weerstaan, wat het concept van karakter deed ontstaan. Het was vooral Wilhelm Reich, die op briljante manier de toenmalige psychoanalytische focus op weerstand uitbreidde tot de meer inclusieve techniek van karakteranalyse.
In 1925 publiceerde hij een eerste studie over deze problematiek : Het impulsieve karakter (borderline persoonlijkheid in hedendaagse termen), in 1933 gevolgd door het dikke boek Karakteranalyse, waarmee hij tot op vandaag de dag aanzien en erkenning verwierf in psychoanalytische middens. Reich maakte de lichaamstaal tot de kern van zijn behandeling. Hij merkte op dat de karakterpatronen zich uitstrekten tot de lichamelijke verschijning en de postuur van een persoon. Reich slaagde er in om fysieke verschijning en de non-verbale lichaamstaal van mensen te associëren met hun gedachten en attitudes, met hun karakterstructuur.
Als er geen vooruitgang was, liet Reich zijn cliënten bepaalde op het eerste gezicht gefixeerde gebieden zoals de kaak bewegen, om de dingen los te maken. Dikwijls kwam zo een stroom van gevoelens en herinneringen op gang en kwam er weer schot in de therapie. De ingebakken attitudes en gedachtepatronen functioneren als een “pantser” dat tegelijk bestaat als chronische musculaire spasmen.
Karakter Analyse, een body-mind benadering van ziekte en preventie
Body en mind kwamen voor Reich toen samen en karakteranalyse opende de weg naar een psycho-corporele (bodymind) benadering van ziekte en de preventie ervan. Vandaag weten we – en dit wordt bevestigd door de neurowetenschappen – dat een karakterstructuur gekoppeld is aan een ontwikkelings-neuropsychologisch trauma. Kwetsuren rond de geboorte of eerste levensmaanden zullen bij de volwassene onvermijdelijke fysieke en geestelijke sporen nalaten. Traumatische ervaringen in elke kritische ontwikkelingsfase zullen zich als typische karaktertrekken in de persoonlijkheid en het lichaam inschrijven.
Deze voor de psychoanalyse nieuwe lichaamsgerichte benadering beschreef hij in het boek The Function of the orgasm (Die function des Orgasmus) dat in 1927 verscheen, in 1942 gevolgd door een -omvangrijker- tweede druk. Reich’s opvatting is dat lichaamshouding en -beweging, en het vermogen tot het ervaren van emoties twee kanten zijn van dezelfde medaille. Zowel lichaamshouding als gevoelshuishouding worden mede bepaald door de spanning van spieren (en bindweefsels). Wie zich gespannen houdt, voelt niets (dan evt. spanning). De basisbehoeften die niet vervuld zijn tijdens de persoonlijkheidsontwikkeling komen met behulp van de therapeut tot uiting in de therapeutische relatie. In het therapeutische gebeuren wordt gewerkt met het “overdrachtsfenomeen” waarbij bijv. de cliënt in de therapeut een ideale vader, projecteert of iemand anders de afwijzende moeder. Tegenwoordig gebruiken we in Bodymind Integration en Somatische Psychotherapie meestal ‘placeholders’ in de ruimte in de vorm van objecten, zodat de rol van de ideale vader wordt onderscheiden van die van de therapeut. De therapeut kan niet de aanbieder worden van de onvervulde behoeften van de cliënt.
Post-Reichiaanse Karakter Analyse – Alexander Lowen en John Pierrakos
Een therapeutische aanpak gestoeld op Reich’s inzichten levert een efficiënte behandeling op, dankzij een simultane benadering van lichaam, emoties en gedachten. Na Reich, zijn het vooral Alexander Lowen en John Pierrakos geweest, twee van Reich’s discipelen, die het concept van karakter naar voor hebben geschoven in het denken omtrent verandering. Vanuit uitgebreide natuurlijke en klinische observatie, creëerden ze een karaktertypologie die zowel de lichamelijke, psychologische, familiale en sociale aspecten vervatten. In de bio-energetisch analytische traditie wordt een onderscheid gemaakt tussen 5 dominante karakterstructuren (sommigen gaan tot 9). Lowen definieerde karakter ooit op de volgende wijze:
… character structure is not a conglomeration of injuries and defenses which can be analyzed one by one, nor is it a series of scattered muscular tensions-a tense neck, a rigid jaw, contracted shoulders, etc.– which block the flow of excitation and feeling in the body. True, each tense muscle or muscle group is the result of traumatic experiences which block the expression of feeling. But the character structure is an organized system of defenses aimed to promote the survival and security of the individual. And these defenses are integrated and coordinated to promote the maximum security which the individual feels necessary and yet provide an opportunity for the individual to try to find some fulfillment in life. It was not built in a day but over a period of years–six to be exact–during which the child strove to find some positive meaning in its life. It is a walled city or a fortress depending on the degree of fear.’ It cannot be analyzed away, nor can it be demolished by force. It is part of the individual’s nature, second nature to be exact, and therefore beyond the will of the individual to change.
Alexander Lowen, Newsletter of The International Institute for Bioenergetic Analysis Volume 18, No 2
Vond je dit artikel leuk? Deel het op: